Gezond Bewegen

Een groot deel van de 55-plussers beweegt te weinig, terwijl beweging aan de basis staat van een goede gezondheid. Denk hierbij aan fysieke capaciteiten, mobiliteit en zelfredzaamheid. Verder is voldoende beweging belangrijk voor:

• Minder last van stress
• Beweging werkt goed bij depressie, somberheid en angst
• U kunt beter slapen, u bent minder moe en staat ‘s ochtends makkelijker op
• U krijgt sterkere spieren, botten en een mooiere huid
• Het is goed voor uw bloeddruk en cholestterol

Meer beweging zorgt er bij ouderen voor dat u minder kans heeft op:

• Overgewicht
• Psychische problemen
• Diabetes mellitus
• Hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of een beroerte
• Lichamelijke beperkingen
• Geestelijke achteruitgang
• Dementie
• Botbreuken (ouderen die veel bewegen vallen minder snel)

Ouderen bewegen vaak minder door fysieke belemmeringen. Denk hierbij aan pijn, mindere conditie, minder goed zicht of balansproblemen. Ten tweede speelt mentale beperking een grote rol. Denk hierbij aan de angst om het niet vol te houden of de angst om pijn te verergeren. Ook spelen psychische en cognitieve aandoeningen zoals dementie en depressie een rol. De belangrijkste reden is vaak de negatieve houding ten opzichte van bewegen. Een stimulerende omgeving is doorslaggevend om een positievere houding te creëren richting bewegen.

Wanneer u ouderen in beweging wil krijgen dient u zich te focussen op het sociale aspect. Voor ouderen is het belangrijk dat bewegen laagdrempelig en gezellig is. Een ander motief voor ouderen is het verminderen van gezondheidsklachten. Bij de grotere beweegactiviteiten is de aanwezigheid van een trainer van belang. Deze zorgt er voor dat een oefening met de juiste intentie en beweging wordt uitgevoerd. Beweging zit ook vaak in de kleinere dingen. Het is belangrijk dat ouderen nog zoveel mogelijk zelf doen. Wanneer het lukt om zelfstandig uit de stoel op te staan, of zichzelf aan te kleden. Laat ze dit dan ook vooral zelfstandig doen. Een tip voor het meer bewegen van ouderen met, is om samen naar buiten te gaan en een hond mee te nemen. Vaak vinden ouderen een hond gezellig en genieten ze ervan om een hond bezig te zien. Misschien kunt u zo zelfs een wandeling maken.

Het advies voor ouderen luidt, 150 minuten per week bewegen. Het beste is wanneer dit verspreid is over meerdere dagen. Deze beweging voor ouderen dient matig intensief te zijn. Bijvoorbeeld door te wandelen, fietsen, golfen, zwemmen, tuinieren of de hond uit te laten. Belangrijk is het dat je lichaamstemperatuur en hartslag iets omhoog gaan. Op deze manier wordt het iets moeilijker om te praten en weet u dat u goed bezig bent. Door op deze manier bezig te zijn met senioren beweging neemt conditie toe en wordt het direct en indirect risico op ontstaan van ziekten verlaagd.

Ouder worden gaat vaak gepaard met onverwachte obstakels. Het kan zijn dat u een stevige operatie moet ondergaan, of te maken heeft gehad met een beroerte. Wanneer u een revalidatieproces ingaat is de juiste zorg en begeleiding belangrijk. Een goede revalidatie gaat namelijk gepaard met het bevorderen van de zelfredzaamheid. Revalidatie kan zowel in een zorginstelling als thuis plaatsvinden.

Om een voorspoedige revalidatie te bewerkstelligen, helpt het om al voor de operatie conditie en spierkracht te trainen. Toename van conditie en spierkracht voor de operatie zorgt voor een beter herstel na de operatie. Het is meer dan raadzaam om deze conditie en spierkracht op te bouwen samen met een specialist. Revalidatie na de operatie gaat meestal ook gepaard met begeleiding van een fysiotherapeut. Voorbeelden van operaties waarbij revalidatie met fysiotherapeut noodzakelijk is, zijn:

• Kruisbandreconstructie
• Gewricht vervangende operaties (zoals heup- of knievervanging)
• Gecompliceerde breuken
• Amputaties

Na dit soort operaties moet je weer leren lopen, kracht & conditie opbouwen en stabiliteit trainen. Doe dit altijd samen met een fysio.

Een heupoperatie komt veel voor bij ouderen. Deze operaties gaan helaas vaak gepaard met andere complicaties. Denk hierbij aan longontsteking, wondinfecties, doorligwonden en plotselinge verwardheid. Om alle risico’s te beperken is een goede revalidatie van groot belang. Een heuprevalidatie ziet er als volgt uit:

• Eerste dagen in het ziekenhuis
  De dag na de operatie mag je onder begeleiding van een fysio proberen een stukje te lopen met krukken. Ook kan je al enkele oefeningen doen om de spierkracht en soepelheid in je benen en heup te vergroten. Denk hierbij aan oefeningen zoals: Oefeningen met je benen in bed, staan en traplopen.
• De zes weken na de operatie
  Na opname ga je verder met fysiotherapieoefeningen onder begeleiding van een fysio. Deze fysio zal de oefeningen steeds uitbreiden. Fysiotherapie heeft u gemiddeld twee tot drie maanden twee keer per week nodig.
• Bij thuiskomst is het belangrijk om je te houden aan de volgende leefregels (minimaal zes weken lang)
  

  Lopen: 5-10 keer per uur (bijv. naar de wc, douche, kopje koffie etc)
  
  
  1. Gebruik krukken als ondersteuning

  2. Maximaal 10 min staan/lopen

  3. Ga niet door de 90 graden buiging van de heup

  4. Niet bukken/benen naar binnen draaien

  5. Niet benen naar buiten draaien

  6. Slaap op de rug met een kussen tussen uw benen

  7. Draag stevige schoenen

  8. Draai niet over het geopereerde been

  9. Lage stoelen vermijden

  10. De eerste twee weken niet in bad

  11. Waarschuw een arts wanneer de wond erg gaat lekken, het wondgebied erg rood en u koorts krijgt hoger dan 38,5 graden

  12. Fietsen vaak pas na 10 weken

   

  De grootste indicatie dat u iets verkeerd doet is pijn. Luister dus vooral naar de signalen van uw lichaam.